Werknemers in de vlees en vleeswarensector kunnen in aanraking komen met enkele gevaarlijke stoffen. Deze richtlijn geeft bij verschillende werkzaamheden aan hoe gezondheids- en veiligheidsrisico’s beheerst kunnen worden bij het werken met gevaarlijke stoffen.
Een chemische stof wordt in Europa als gevaarlijke getypeerd als die een of meer van de volgende eigenschappen heeft (zie pictogrammen van links naar rechts):
GGevaarlijke stoffen zijn stoffen die door hun eigenschappen een gevaar voor de gezondheid van werknemers kunnen opleveren. Blootstelling kan plaatsvinden langs drie wegen: bij inademen, huidcontact en inslikken. Bij verschillende werkzaamheden is er blootstelling mogelijk.
Eisen bij het aanleveren van bulkgoed
Sommige producten worden via een tank-/bulkwagen aangeleverd of opgehaald, vaak op het buitenterrein buiten het zicht van iedereen. Uit het oogpunt van productveiligheid moet natuurlijk worden uitgesloten dat het product in de verkeerde silo of tank wordt geleverd. Ook vanuit veiligheid is van belang dat er op toegezien wordt dat de juiste koppelingen worden aangebracht. Pas koppelingen toe die voorkomen dat verkeerd materiaal op de leiding gelost kan worden. Speciale aandacht vraagt het aanbrengen van de aardklem om elektrische ontlading tegen te gaan. Omdat levering soms gebeurt door chauffeurs die moeite hebben met de Nederlandse of Engelse taal, is hier direct toezicht vereist.Geef bij de aansluitpunten met behulp van labels of markeringen duidelijk aan waar welke koppeling voor bestemd is. En controleer alle installaties en aarding minimaal jaarlijksop een goede werking.
Eisen m.b.t. de opslag van gevaarlijke stoffen
Sommige opgeslagen producten kunnen met elkaar reageren en gevaarlijke situaties veroorzaken. Bijvoorbeeld chloorhoudende schoonmaakmiddelen en zuren (ontkalker) geven gevaarlijk chloorgas. Sommige producten kunnen als er brand uitbreekt gevaarlijke reacties geven. Daarom is het verplicht, als er grote hoeveelheden producten worden opgeslagen hiervoor speciale opslag voorzieningen te hebben. PGS 15 (Publicatiereeks Gevaarlijke Stoffen), beschrijft hoe gevaarlijke stoffen moeten worden opgeslagen.
Voor opslag van brandgevaarlijke stoffen kan ook gebruik gemaakt worden van een brandveiligheidskast. De eisen aan zo’n brandveiligheidskast zijn ook terug te vinden in de laatst verschenen versie van PGS-15.
Eisen m.b.t. dieselmotorenemissie
Er wordt gezorgd dat er geen uitlaatgassen met dieselrook vrijkomen in bedrijfsruimten.
Zie ook de richtlijn Hijs en hefmiddelen.
Eisen bij verontreinigde lucht :
Zie richtlijn Binnenluchtkwaliteit en ventilatie
Eisen m.b.t. de omgang met droogijs
Zie daarvoor de Maatregelen m.b.t. de omgang met droogijs in de Richtlijn Werken met koude materialen.
Eisen aan gebruik van koelstoffen (ammoniak, stikstof, kooldioxide)
Zie de richtlijn Technische gassen in bedrijfsruimten
Eisen m.b.t. de aanpak van asbest
Zie de richtlijn bedrijfsruimten
Eisen m.b.t. tot acculaadplaatsen
Zie de Eisen aan een acculaadruimte in de Richtlijn Hijs- en hefmiddelen
Eisen m.b.t. het beheersen van explosie-risico's
Binnen het bedrijf is op basis van de ATEX-richtlijn in kaart gebracht of er sprake kan zijn van explosierisico's. Dit kan aan de orde zijn bij: acculaden (waterstofgas), op plekken waar gasontwikkeling op kan treden (tanks, silo's), door brandbare gassen of dampen (bijvoorbeeld flessenstation voor lasgassen, ammoniakinstallatie).
Eisen m.b.t. opslaginstallaties (tanks, silo's)
Vanwege de grote variëteit aan opslaginstallaties, werkzaamheden aan die installaties, omgevingsfactoren, de gevaren en omstandigheidsfactoren van een stof, alsmede de uitzonderingen die gesteld zijn aan eisen, moet per afzonderlijke opslaginstallatie worden beoordeeld of er wordt voldaan aan de eisen die gesteld zijn in de Publicatiereeks Gevaarlijke Stoffen (PGS).
Gebruik hierbij altijd de meest recente PGS-versie. De PGS gaat uit van de huidige stand der techniek die geldt voor de bouwkundige uitvoering van opslagvoorzieningen en arbeidsmiddelen. Samenvattend houdt dit in dat de opslaginstallaties (tanks, silo's, containers) en bijbehorende installatiedelen veilig moeten zijn uitgevoerd. Zowel de stevigheid van de constructie als de voorzieningen die explosies en andere gevaren moeten voorkomen zijn berekend op de belading. Alle opslaginstallaties en bijbehorende installatie-onderdelen die door bepaalde invloeden kunnen verslechteren (zoals druk, temperatuur, roestvorming et cetera) en daardoor een gevaar veroorzaken moeten vóór ingebruikname en periodiek (vaak ten minste jaarlijks) worden gecontroleerd door een gespecialiseerd bedrijf. Indien veranderingen of reparaties aan dergelijke opslaginstallaties nodig zijn, mogen deze werkzaamheden alleen worden verricht door of onder controle van een gespecialiseerd bedrijf, op voorwaarde dat het uitvoerend personeel aantoonbaar deskundig is en over ervaring beschikt.
Binnen bedrijven met opslaginstallaties waar explosiegevaar bestaat, moet worden voldaan aan de ATEX-richtlijn. Deze verplichting is in Nederland in het Arbeidsomstandighedenbesluit vastgelegd. Het uitgangspunt is daarbij is dat:
Zie verder de Eisen m.b.t. onderhoud en controle van (opslag)installaties en gasdetectoren.
Eisen m.b.t. lassen
Bij laswerkzaamheden bv door de technische dienst komt lasrook vrij. Werknemers die aan lasrook worden blootgesteld, lopen het risico stoffen in te ademen die ondermeer schade aan de luchtwegen kunnen veroorzaken. Ook kunnen laswerkzaamheden tot schade aan de ogen leiden.
In de sectoren Vlees en Vleeswaren wordt ook roestvrij staal (RVS) gelast. Het betreft kortdurende lasactiviteiten. Bij het lassen van RVS komt het kankerverwekkende Chroom-6 vrij. Daarom gelden daar de volgende extra voorschriften:
Uit onderzoek blijkt dat bij het veelvoorkomende TIG-lassen de grenswaarde van Chroom-6 niet overschreden wordt, als de lasser een verbeterde laskap draagt (of een aangeblazen lashelm met een nog beter beschermingsniveau). Een verbeterde laskap is een lashelm met slabafdichting op de borst. Uit metingen bij het bovenstaand onderzoek blijkt dat ook buiten de lashelm de blootstelling aan Chroom-6 erg laag is.
Als uit blootstellingbeoordeling blijkt dat, ondanks de bovenstaande maatregelen, de blootstelling de grenswaarde overschrijdt, zijn aanvullende maatregelen nodig.
Zie verder over laswerkzaamheden en Chroom-6 deze informatie van Inspectie SZW
Wensen mbt lassen
Eisen m.b.t. gebruik en opslag van gasflessen
Eisen bij het afwegen van kruiden:
Forse blootstelling aan kruiden kan tot gezondheidsklachten leiden. Daarom moet bij het afwegen en hanteren van verpakkingen zorgvuldig gewerkt worden en verspreiding in de lucht worden tegengegaan.
Eisen m.b.t. werkzaamheden in rookruimten
Bij het roken van producten kan door onvolledige verbranding het gevaarlijke koolmonoxide (CO) vrijkomen. Afhankelijk van het type rookapparatuur, de afmeting van de ruimte, de afzuiging en ventilatie kan een gevaarlijke situatie ontstaan. Laat door een deskundige beoordelen of het nodig is dat er in deze ruimte detectieapparatuur wordt geplaatst die werknemers waarschuwt als het CO-gehalte in de gevaarlijke zone dreigt te komen.
Eisen m.b.t. het werken met patronen van schietmaskers
Patronen van schietmaskers bevatten kruit en de voorraad patronen moet in een brandvertragende kluis worden opgeslagen. De locatie van deze kluis moet vermeld staan in het bedrijfsnoodplan, zodat de brandweer daarvan op de hoogte is bij een eventuele brand. Voor meer informatie over de opslag zie PGS-32.
Alleen medewerkers die hiervoor zijn opgeleid mogen een schietmasker bedienen. Het dragen van gehoorbescherming is voorgeschreven. Op basis van een risicobeoordeling kan ook een gelaatscherm vereist zijn.
Eisen m.b.t. werkzaamheden in het ketelhuis
In het ketelhuis bevinden zich de stoomketels en installaties die daarmee verband houden, zoals pompen e.d.. Stoomketels werken onder hoge druk, afhankelijk van de ketelsoort zelfs boven 150 bar. De stoominstallatie moet dan ook voorzien zijn van drukveiligheden en droogkookveiligheden. Vaak wordt er aardgas gebruikt om de ketels te stoken, maar soms ook biogas. Beide soort gassen zijn brandbaar en kunnen bij lekkage ook leiden tot een explosie. Binnen het bedrijf moet op basis van de ATEX-richtlijn in kaart zijn gebracht of er sprake kan zijn van explosierisico's. De plaatsen waar explosierisico's kunnen ontstaan zijn volgens de ATEX-richtlijn gezoneerd. De beoordeling wordt uitgevoerd door een deskundige op dit gebied.
De gebieden waar explosierisico's kunnen ontstaan zijn vrij van ontstekingsbronnen en uitgerust met explosieveilige apparatuur, zoals ook voor de verlichting geldt. Ook zijn de EX-ruimtes of zones duidelijk gemarkeerd met borden. Bovenstaande zaken worden vastgelegd in een explosieveiligheidsdocument (EVD), dat voortdurend actueel wordt gehouden.
De rookgassen vanuit de verbranding bevatten hoge concentraties kooldioxide (CO2) en concentraties stikstofoxiden (NOx), die beide schadelijk zijn voor de gezondheid als die vrijkomen op de werkplek. Vaste detectie van kooldioxide in de ketelhuisruimte met ingestelde alarmering dient te zijn aangebracht in de ketelhuisruimte en bij de toegang daartoe. Raadpleeg hiervoor een specialist in gasdetectiesystemen.
Eisen m.b.t. werkzaamheden aan zuiveringsinstallaties
Diverse installaties worden toegepast waarin verontreiniging wordt afgevangen (gaswassers, ontzwaveling, filters van klimaatbeheersing of afzuiginstallaties, vetvangers en waterzuiveringsinstallaties. Dit betekent dat zich hierin verontreiniging in geconcentreerde vorm kan bevinden. Ook wordt bij deze installaties vaak gewerkt met gevaarlijke stoffen.
Eisen m.b.t. onderhoud en controle van (opslag)installaties en gasdetectoren
Alle installaties onder druk of waarin zich gevaarlijke stoffen bevinden (CO2, aardgas, ammoniak, stoom, lucht, hydrauliek) worden gecontroleerd en onderhouden in een frequentie zoals vastgelegd in de gebruikershandleiding van de leverancier, vaak tenminste jaarlijks. Sluit hiervoor met een specialistisch bedrijf een servicecontract af waarin alle vereiste controles, onderhoud en keuringen van de installatie zijn opgenomen. Laat de uitgevoerde werkzaamheden noteren in het logboek dat bij de installatie hoort.
Eisen m.b.t. gevaarlijke stoffen bij schoonmaak
Zie de algemene eisen inzake reiniging- en ontsmetting in de richtlijn Schoonmaak en onderhoud.
Eisen m.b.t. spoelruimtes en wasplaats vrachtauto’s
Medewerkers die in de spoelruimtes kratten, snijplaten, pallets en andere stukken schoonmaken staan bloot aan gevaarlijke stoffen. Dat geldt ook voor medewerkers op de wasplaats van vrachtwagens.
Eisen m.b.t. printers in kantoorruimtes
Eisen m.b.t. bedrijfshulpverlening (BHV)
Er is een actueel bedrijfsnoodplan waarin is geregeld wie wat doet om doeltreffend handelen bij calamiteiten te garanderen. Denk daarbij aan ongewenste gebeurtenissen met ammoniakinstallaties en andere technische gassen, gevaarlijke stoffen of gasflessen.
Eisen aan persoonlijke beschermingsmiddelen (PBM)
Eisen aan leidingmarkering
Reservoirs en leidingen die gevaarlijke stoffen bevatten moeten zijn gemarkeerd met de relevante gevarenpictogrammen.. Deze pictogrammen dienen te zijn geplaatst op de zichtbare zijde, in de nabijheid van de meest gevaarlijke plaatsen, zoals kleppen en aansluitingspunten. Zie toe dat de hechting van de markering en de kleurvastheid in de loop der tijd goed blijft.
Wensen