Intro / algemeen
Onder alleenwerk wordt hier verstaan: dat een medewerker risicovolle werkzaamheden uitvoert zonder dat er collega’s of andere mensen binnen gehoorsafstand en gezichtsveld zijn. Bijvoorbeeld een medewerker van de technische dienst die ’s nachts bij een oproep alleen naar het bedrijf gaat. Of een ontvanger die ‘s nachts alleen werkt in een stal.
Links
Risico
Alleen werkenden lopen extra risico’s met name na een ongeval of incident: als men in een hulpbehoevende situatie komt en zelf niet meer in staat is om hulp van anderen in te roepen. Daardoor wordt hulpverlening (veel) later gestart. De problematiek wordt groter als na het incident een machine of installatie ongecontroleerd in bedrijf kan blijven.
Eisen
Om veilig om te gaan met de problematiek van alleen werken dient men aan de volgende eisen te voldoen:
- De werkzaamheden dienen zodanig georganiseerd te worden dat alleen werken zo veel mogelijk wordt voorkomen.
- Werk bij risicovolle werkzaamheden altijd met minstens twee personen, bv bij werken in besloten ruimten, in vriesruimtes, werkplaatswerkzaamheden (als lassen, zagen e.d.), werkzaamheden met risicovolle laboratoriumopstellingen, risicovolle werkzaamheden op hoogte, risicovolle werkzaamheden met elektriciteit, en werkzaamheden met grote hoeveelheden verstikkende of acuut toxische, reactieve, bijtende, zeer ontvlambare of explosieve stoffen. Deze werkzaamheden mogen niet door een alleen werkende worden uitgevoerd. Leg vast om welke werkzaamheden in het bedrijf het precies gaat.
- Alleen werken is uitgesloten voor:
- Jongeren onder de achttien jaar.
- Personen met gezondheidsrisico’s als epilepsie, evenwichtsstoornissen, hartafwijkingen of personen die medicijnen gebruiken die het reactievermogen beïnvloeden.
- Besteed in de RI&E expliciet aandacht aan de risico’s van alleen werken.
- .De volgende aspecten zijn bij alleen werken vereist en worden vastgelegd in een schriftelijke werkinstructie/procedure voor alleen werken:
- Aantoonbare instructies aan alleen werkenden, met een combinatie van mondelinge en schriftelijke instructies. Waardoor de alleen werkende onder meer op de hoogte is van de bedrijfshulpverleningsprocedures en in staat is om bij een calamiteit snel adequate hulp in kan roepen.
- Registratie van alleenwerkers, zodat bekend is waar, wanneer en wie alleen werken. Dit kan zowel schriftelijk als automatisch (met een elektronische pas), of mondeling bij een nachtportier of beveiligingsmedewerker.
- Goed werkende communicatieapparatuur.
- Directe toegang, zowel voor externe als interne hulpverleners terwijl tegelijkertijd ongenode derden afdoende worden geweerd.
- Bespreek met de alleen werkende dat alle gevaarlijke situaties en (bijna) incidenten die zich voordoen altijd aan de leidinggevende doorgegeven worden.
- Een zo kort mogelijke en afdoende verlichte en bewegwijzerde vluchtweg van de werkplek zonder obstakels onderweg en zonder gebruikmaking van bijzondere hulpmiddelen. Alle noodzakelijke sleutels bevinden zich onder direct (zichtbaar) handbereik van de alleen werkende.
- Afspraken over het veilig openen en sluiten van het bedrijf als dat door één persoon gebeurt.
- Er is vastgesteld op welke plekken er altijd direct toezicht moet zijn bij alleen werken (bijvoorbeeld bij besloten ruimtes, werk aan de ammoniakinstallatie of bij ULO-koeling)
- Kies bij alleen werk op grond van een risicoanalyse voor minstens één speciale (technische) voorzieningen:
-
- de afspraak dat als iemand enige tijd alleen moet werken (bv bij een storing in de nacht) een ander persoon steeds na een afgesproken tijdsinterval belt (bv een uur);
- een ‘man-down systeem’, een op het lichaam gedragen horloge, telefoon of lichaamskastje. Die apparatuur meldt bij een meldkamer wanneer de drager op de grond valt of een tijdje zich niet beweegt. Deze middelen voor alarmering moeten steeds getest worden voordat het alleen werken begint;
- een panic button/paniekknop die de alleen werkende om draagt en waarmee hij alarm kan slaan;
- een timer waardoor alarm geslagen wordt als een medewerker langer dan verwacht bezig is.
Bij al de bovenstaande voorzieningen is een goed werkend meldpunt vereist. Daar moet men er voor zorgen dat de hulpvraag met alle benodigde informatie op de juiste manier bij hulpverleners komt.