Intro / algemeen
In de vleessector wordt gebruikt gemaakt van X-ray, met name voor kwaliteitsbepaling van vleesproducten en voor de vaststelling van het vetgehalte daarvan. Ook enkele vleeswarenbedrijven gebruiken X-Ray om gevulde producten te controleren op productvreemde stoffen.
X-ray (ofwel röntgenstraling) is een vorm van gammastraling, een energierijke straling die atomen kan veranderen, ofwel ioniseren.
Fout: Beschermplaat rechtsonder is beschadigd.
Links
Risico
Iedereen die met een röntgentoestel of radioactieve bron werkt, of daarbij in de buurt verblijft, kan een risico lopen op gezondheidsschade. Ook bij een lage dosis. Blootstelling aan ioniserende straling kan ernstige gevolgen hebben voor de gezondheid. Het kan schade brengen aan weefsel en DNA waardoor er een verhoogd risico op kanker ontstaat. Schadelijke effecten op de gezondheid zijn meestal pas na jaren zichtbaar. Blootstelling aan ioniserende straling kan plaatsvinden zonder dat iemand dat merkt. Straling is niet te zien, te ruiken of te voelen.
De blootstelling aan röntgenstraling die in de vlees- en vleeswarensector blijft door gebruik van inherent veilige apparaten onder normale omstandigheden onder de wettelijke limiet.
Eisen
- Algemene eisen
- Eisen aan de stralingsbeschermingsdeskundige
- Eisen aan de toezichthoudend medewerker stralingsbescherming
- Eisen aan röntgentoestellen
Algemene eisen:
- Ioniserende straling mag alleen worden ingezet als er geen andere middelen beschikbaar zijn en als de voordelen van het gebruik voor mens en maatschappij groter zijn dan de nadelen. In dat geval spreken we van een ‘gerechtvaardigde toepassing’.
- Als ioniserende straling in het bedrijf voorkomt, moeten de mogelijke risico’s duidelijk in kaart worden gebracht met een nadere inventarisatie in het kader van de RI&E, ofwel een verdiepend stralingsonderzoek. Deze verdiepende RIE vindt plaats door of onder toezicht van een stralingsbeschermingsdeskundige en bestaat uit de volgende onderdelen:
- Gaat het om een spoedeisend incident? Bel dan direct met 088 - 4890 500. Dit nummer is 24 uur per dag bereikbaar, ook in het weekend.
- Minder spoedeisende incidenten kunnen digitaal gemeld worden via het formulier, op de website van de ANVS.
- Stralingsincidenten moeten worden gemeld bij de Autoriteit Nucleaire Veiligheid en Stralingsbescherming (ANVS).
- Uit de blootstellingsbeoordeling blijkt welke dosis een werknemer in een bepaalde ruimte kan oplopen. Afhankelijk van die dosis worden de ruimten in zones ingedeeld. Hierbij gelden de volgende criteria:
- minder dan 1 mSv per jaar > ruimte niet indelen als zone,
- tussen 1 en 6 mSv per jaar > bewaakte zone,
- meer dan 6 mSv per jaar > gecontroleerde zone.
- Bedrijven die gebruik maken van ioniserende straling moeten een kennisgeving doen, zorgen voor registratie of een vergunning aanvragen. Een stappenplan van de Autoriteit Nucleaire Veiligheid en Stralingsbescherming (ANVS) maakt duidelijk wat voor uw bedrijf van toepassing is. Voor de toestellen die in de vleessector worden gebruikt is doorgaans registratie aan de orde.
Registratie vindt plaats op de site van ANVS. De registratie moet ten minste drie weken vóór het begin van de activiteit met straling bij de ANVS binnen zijn.
- Als het gerechtvaardigd is om ioniserende straling toe te passen, moet de straling altijd zo laag mogelijk gehouden worden. De wetgeving hanteert limieten die in geen enkel geval overschreden mogen worden. Voor werknemers die tijdens het werk met ioniserende straling te maken hebben, geldt een maximale effectieve dosis van 20 millisievert (mSv) per jaar. Voor zwangere vrouwen is dat maximaal 1 mSv tijdens de zwangerschap, vanwege de risico’s voor de ongeboren vrucht. Hetzelfde geldt voor de periode van borstvoeding.
- Werkgevers zijn verantwoordelijk voor het treffen van de juiste maatregelen voor stralingsbescherming. Dit voor hun eigen werknemers, maar ook voor de personen die onder hun gezag werkzaam zijn, als inleenkrachten en zelfstandigen. Het gaat bijvoorbeeld om maatregelen als:
- het werken met de laagst mogelijke activiteit;
- het afschermen van de X-ray apparatuur, bv met lood of beton;
- het beperken van de blootstellingstijd;
- afbakening van ‘bewaakte’ of ‘gecontroleerde’ zones
- het vergroten van de afstand tussen werknemer en de stralingsbron;
- het dragen van persoonlijke dosiscontrolemiddelen en eventuele beschermingsmiddelen (zoals loodschorten, schildklierkraag en loodhandschoenen);
- het aanbrengen van waarschuwingssymbolen op röntgentoestellen en bij ‘bewaakte’ of ‘gecontroleerde’ zones.
- jaarlijkse controle van röntgentoestellen
- (inclusief de veiligheidsvoorzieningen, - maatregelen, )
- voorlichting en instructie
- (voorlichting over risico’s en maatregelen, plus schriftelijke instructies , ook voor werknemers die in de buurt van stralingsbromen werken zoals onderhoudsmonteurs.)
- Op grond van een blootstellingsbeoordeling bepaalt de werkgever of medisch onderzoek vereist is voor werknemer die aan ioniserende straling kunnen worden blootgesteld. Werknemers waarvan de blootstelling de grens van 1 mSv per jaar niet overschrijdt, worden niet gezien als blootgestelde werknemers. Bij overschrijding van deze blootstellingsgrens zijn medische onderzoeken voorgeschreven. Zie daarvoor de brochure van Inspectie SZW 'Gezond en veilig werken met straling'.
- In de regelgeving over ioniserende straling is vastgelegd dat uitzendkrachten of andere inleenkrachten, leerlingen, stagiaires en zzp-ers die onder gezag van de werkgever werken en kunnen worden blootgesteld aan ioniserende straling, hetzelfde moeten worden behandeld als eigen medewerkers.
- Een werkgever is verplicht een zorgsysteem voor stralingsbescherming op te zetten en in stand te houden. Dat helpt de risico’s van ioniserende straling te beheersen. Over het algemeen zorgt een stralingsbeschermingsdeskundige voor de uitvoering van dit administratieve zorgsysteem en is hij verantwoordelijk voor het in stand houden ervan. Het systeem moet inzichtelijk zijn en overdraagbaar. De vorm van dit systeem ligt niet vast.
Het beheersysteem bevat in ieder geval de volgende documenten:
- de verleende vergunning of registratie
- organogram van de stralingsbeschermingsorganisatie
- schriftelijke vastlegging van de taken, bevoegdheden en verantwoordelijkheden van de stralingsbeschermingsdeskundige en de toezichthoudend medewerker stralingsbescherming
- kopie diploma’s van de stralingsdeskundigen
- register van bronnen en toestellen
- plattegrond met plaats van de toepassingen
- broncertificaten
- onderhouds-en controlerapporten
- risico-inventarisatie en -evaluatie
- indeling van ruimten
- indeling van blootgestelde werknemers
- dosisuitslagen
- schriftelijke werkinstructies
- jaarverslagen
- Risico-identificatie: Beschrijving van de handelingen en risico’s
- Bepaling van de blootstelling
- Risico-evaluatie; het wegen van de risico’s
- Vastleggen van de te nemen maatregelen per ruimte
Eisen aan de stralingsbeschermingsdeskundige:
Om te zorgen dat de juiste maatregelen worden getroffen is de werkgever altijd verplicht een stralingsbeschermingsdeskundige in te schakelen. Een stralingsbeschermingsdeskundige mag ook extern ingehuurd worden. Deze functionaris houdt toezicht, controleert en coördineert zaken die te maken hebben met stralingsbescherming. De stralingsbeschermingsdeskundige moet minimaal het niveau ‘Coördinerend deskundige’ hebben en geregistreerd zijn bij de ANVS.
De werkgever legt de taken, bevoegdheden, verantwoordelijkheden en middelen met betrekking tot de stralingsbeschermingsdeskundige schriftelijk vast. De stralingsbeschermingsdeskundige dient voor aanvang van de handeling toestemming te geven door de risico’s van de plannen te bestuderen en te beoordelen. Daarna zal regelmatig moeten worden bevestigd of beschermingsmiddelen en technieken nog op een goede manier worden gebruikt. De stralingsbeschermingsdeskundige moet volgens het ‘Besluit basisveiligheidsnormen stralingsbescherming’ en de ‘Regeling stralingsbescherming beroepsmatige blootstelling 2018’ voldoen aan eisen met betrekking tot kennis en vaardigheden. De opleidingseisen zijn afhankelijk van de taken. De na- en bijscholing moeten gedocumenteerd worden.
Wettelijke taken stralingsbeschermingsdeskundige:
- Kritisch beoordelen van de plannen voor handelingen met nieuwe of aangepaste
bronnen in relatie tot ontwerpkenmerken, veiligheidskenmerken, waarschuwingsmiddelen en technieken, voorafgaand aan de uitvoering ervan.
- Kritisch beoordelen van de risico’s van bovengenoemde plannen en het verlenen van toestemming vóórdat met de handelingen wordt aangevangen.
- Adviseren over de indeling van ruimten in zones en werknemers in categorieën.
- Adviseren over maatregelen en beveiligingsmiddelen passend bij de zones, zo nodig ook voor schoonmaakwerkzaamheden.
- Toestemming geven voor ingebruikname van een stralingsbron.
- Jaarlijkse controle van de doeltreffendheid en het juiste gebruik van beveiligingsmiddelen.
- Jaarlijkse controle van de goede werking en het juiste gebruik van bronnen en meetinstrumenten.
- Uitvoeren van een acceptatie test vóórdat een nieuwe of aangepaste bron in gebruik wordt genomen.
Eisen aan de toezichthoudend medewerker stralingsbescherming:
Voor de meer dagelijkse praktijk laat de werkgever laat zich ondersteunen door een ‘toezichthoudend medewerker stralingsbescherming”. In een klein bedrijf, waar de werkgever dichtbij de uitvoering staat, kan de werkgever zelf de toezichthoudend medewerker stralingsbescherming zijn.
De werkgever legt de taken, bevoegdheden, verantwoordelijkheden en middelen van de toezichthoudend medewerker stralingsbescherming schriftelijk vast. Daarin is ook bepaald dat deze medewerker bij onveilige situaties bevoegd is de werkzaamheden stil te leggen, totdat de onveilige situatie is weggenomen. De door een toezichthoudend medewerker stralingsbescherming te verrichten taken worden uitsluitend uitgevoerd door een persoon die beschikt over een diploma, certificaat of een ander getuigschrift ter afsluiting van een opleiding op het gebied van stralingsbescherming, specifiek voor de toepassing die in het bedrijf voorkomt. Voor de toepassingen in de vlees- en vleeswarensector volstaat de opleiding toezichthoudend medewerker stralingsbescherming voor meet- en regeltoepassingen.
Wettelijke taken toezichthoudend medewerker stralingsbescherming:
- Ervoor zorgen dat de handelingen worden uitgevoerd volgens de toepasselijke vastgestelde procedures en ter plekke geldende regelgeving.
- Periodiek en rechtstreeks aan de ondernemer en het lokale management rapporteren over de uitvoering van de taken en de rapportage schriftelijk vastleggen.
- Bijhouden van een adequate administratie betreffende alle bronnen.
- Uitvoeren van periodieke beoordelingen van de toestand van de van belang zijnde veiligheids- en waarschuwingssystemen.
- Toezien op de uitvoering van het individuele monitoringsprogramma.
- Toezien op de uitvoering van het gezondheidskundig toezicht.
- Voorlichten van werknemers over de toepasselijke vastgestelde procedures en ter plekke geldende regelgeving.
- Opstellen van werkplannen en geven van advies en commentaar bij werkplannen.
- Verzorgen van opleiding en bij- en nascholing van werknemers.
- Samenwerken met en onderhouden van contact met de stralingsbeschermingsdeskundige.
- De toezichthoudend medewerker stralingsbescherming legt jaarlijks in een schriftelijk rapport verantwoording af, het Stralingshygiënisch jaarverslag’. In dit rapport moet alles staan wat zich dat jaar op het gebied van ioniserende straling heeft voorgedaan. In het rapport staat in elk geval:
- de namen van de stralingsbeschermingsdeskundige en de toezichthoudend medewerker stralingsbescherming
- een overzicht van de aanwezige stralingsbronnen:
- bij röntgentoestellen: merk, type en maximale generatorspanning
- de plaats waar de toestellen zijn opgeslagen of worden gebruikt
- alle gebeurtenissen met het toestel die niet onder het normale gebruik vallen, inclusief incidenten
- een overzicht van de uitgevoerde controles en onderhoud van de toestellen, met het resultaat daarvan
- afgevoerde röntgentoestellen
Het jaarverslag is op de eerste plaats bestemd voor intern gebruik. Bij een inspectie zal de inspecteur ook het jaarverslag willen inzien.
Eisen aan röntgentoestellen
In de vlees- en vleeswarensector wordt voornamelijk gebruik gemaakt van röntgentoestellen (X-ray).
Bij deze toestellen is de bron geplaatst in een gesloten veiligheidskabinet. In het geval van röntgentoestellen spreken we niet van een bron (radioactieve bron) maar van een röntgenbuis. Een röntgenbuis heeft dus ook geen broncertificaat. Een röntgenbuis produceert alleen röntgenstraling wanneer de röntgenbuis is ingeschakeld. Wanneer de röntgenbuis is ingebouwd in een gesloten veiligheidskabinet spreken we van een inherent veilig toestel.
- Voor inherent veilige toestellen geldt dat dusdanige veiligheidsmaatregelen moeten worden genomen dat de kans op blootstelling aan ioniserende straling wordt geminimaliseerd. Dat kan bijvoorbeeld door het plaatsen van de röntgenbuis in een speciale omkasting, een veiligheidskabinet, welke dusdanig is geconstrueerd dat personen of lichaamsdelen zich onder geen enkele omstandigheid in de primaire bundel kunnen bevinden tijdens gebruik van het apparaat. De beveiligingen van een dergelijk toestel dienen in goede staat te zijn en te functioneren. De beveiligingen zorgen ervoor dat de röntgenbuis wordt uitgeschakeld wanneer de kast wordt geopend.
- Inherent veilige toestellen zijn voorzien van waarschuwingslampen die aangeven wanneer de röntgenbuis in bedrijf is en röntgenstraling produceert. De toestellen zijn voorzien van een sleutelschakelaar en mogen enkel worden ingeschakeld door werknemers die hiertoe door de ondernemer zijn aangesteld. De toestellen moeten ook zijn voorzien van waarschuwingsstickers op de buitenzijde van het kabinet. Verder geldt dat het dosistempo op 10 centimeter afstand van de bereikbare buitenzijde van het apparaat nooit meer dan 1 microSievert (mSv) per uur mag bedragen.
- Door deze maatregelen blijft de blootstelling van de werknemers over het algemeen onder de wettelijke limiet van 1 mSv per jaar. Hiermee worden de werknemers niet geclassificeerd als blootgesteld werknemer en zijn er geen verdere afschermingsmaatregelen noodzakelijk.
- Een acceptatietest bepaalt of het toestel voldoet aan de gestelde eisen. De risico-inventarisatie en -evaluatie, welke wordt opgesteld door de stralingsbeschermingsdeskundige, bepaalt de blootstelling van de werknemers en classificeert werknemers en ruimtes.
- Zorg ervoor dat u de opstelling van het toestel voorafgaand aan de handelingen bespreekt met uw stralingsbeschermingsdeskundige. Een juiste opstelling door bijvoorbeeld het vergroten van de afstand van een werkplek tot het toestel kan de blootstelling van werknemers aanzienlijk beperken. Aanpassingen achteraf zijn vaak kostbaar. Betrek de stralingsbeschermingsdeskundige dus tijdig bij het ontwerp van de productielijn.
Om een veilige werking van het toestel te borgen moet de werkgever ervoor zorgen dat:
- de beveiligingen ten minste eenmaal per periode van twaalf maanden op de deugdelijke werking worden gecontroleerd;
- de afscherming en het lekstralingsniveau buiten het toestel of het apparaat waarin het toestel of de versneller is ingebouwd, ten minste eenmaal per jaar worden gecontroleerd.
- na elke demontage of reparatie van een toestel of een versneller een controle op de goede werking, bedoeld in onderdelen a en b, ten aanzien van het toestel plaatsvindt.
Een kritisch punt bij dit soort toestellen zijn vaak de loden flappen bij de in- en uitvoer van vlees(producten). Speciale aandacht dient tijdens inspectie uit te gaan naar deze flappen. Zorg ervoor dat deze loden flappen steeds intact zijn en de doorgang-openingen goed afsluiten.